Algemene informatie en de functies van mineralen
Mineralen zijn essentiële stoffen voor ons organisme.
Deze elementen worden vaak kortweg mineralen genoemd en zijn essentieel voor de werking van het organisme door hun bijdrage aan verschillende chemische reacties in het lichaam. Ze worden ingedeeld in twee categorieën: macromineralen en sporenelementen.
De macromineralen of macro-elementen zijn calcium, chloor, magnesium, fosfor, kalium en natrium. Ze worden ‘macromineralen’ genoemd omdat ze een belangrijk deel van de inhoud van het organisme vertegenwoordigen. Bij een gezonde volwassen man bevat het skelet bijvoorbeeld meer dan 1 kg calcium.
Sporenelementen omvatten ijzer, zink, mangaan, molybdeen, koper en selenium. Ze worden ‘sporenelementen’ genoemd omdat ze in zeer kleine hoeveelheden in het lichaam aanwezig zijn, die volstaan voor de goede werking van het organisme.
De dagelijkse behoefte aan mineralen varieert van persoon tot persoon, afhankelijk van een aantal factoren als geslacht en leeftijd, fysieke en intellectuele capaciteit, gezondheid, fysiologische toestand (groei, zwangerschap, borstvoeding, menopauze), eetgewoonten of stress.
Mineralen vertegenwoordigen ongeveer 4% van het lichaamsgewicht, maar zijn betrokken bij een groot aantal belangrijke functies:
- Sommige worden gebruikt om eiwitten te maken en zenuwimpulsen te versturen ;
- Anderen dragen bij tot de mineralisatie van het skelet of de regulatie van de vochtbalans, of spelen een rol in de spieren, zenuwen of het immuunsysteem ;
- Ze zijn ook betrokken bij de werking van enzymatische en hormonale systemen ;
- Mineralen kunnen invloed hebben op cellulaire activiteit of als antioxidant fungeren (betrokkenheid bij metabole reacties om vrije radicalen te neutraliseren) …
Sommige zijn zelfs uitermate belangrijk, zoals ijzer, een essentieel onderdeel van hemoglobine die verantwoordelijk is voor het zuurstoftransport in het bloed.