Een verandering in het gedrag
Net zoals volwassenen laten sommige kinderen hun vermoeidheid blijken door ergernis. Ze worden dan chagrijnig, winden zich snel op … Andere kinderen komen dan weer knuffelen en aandacht vragen. Of ze zuigen op hun duim (of fopspeen) of willen hun knuffel of ander voorwerp waaraan ze sterk gehecht zijn.
Een lichaam op halve kracht
Bij een kind dat moe is, zal de motoriek verminderen. Het zal vaker vallen, onhandiger zijn en een minder goede coördinatie vertonen. Het zal trager of zelfs schokkend bewegen. Bepaalde kinderen zullen troost zoeken, op zichzelf of bij hun ouders. Ze kunnen dan bijvoorbeeld van voren naar achteren beginnen wiegen, zich met een knuffel in een kalm hoekje zetten of zich tot een balletje rollen met het hoofd op de borstkas.
Veelzeggende gezichtsuitdrukkingen
Een kind dat moe is, zal beginnen te geeuwen en zich in de ogen wrijven of aan de oren friemelen. Ook uit hun blik blijkt dat ze slaperig of moe zijn, bijvoorbeeld door kringen onder de ogen of een afwezige blik in de ogen.