De IAA® laat toe de werkzaamheid van de Manuka-honing te meten. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger het methylglyoxaalgehalte en hoe werkzamer de honing is.
Bij gewone honingsoorten is de werkzaamheid beperkt in de tijd omdat het waterstofperoxide (zuurstofwater) wordt afgebroken door het organisme. De Nieuw-Zeelandse wetenschapper Peter Molan heeft echter een bijkomende werking ontdekt bij Manuka-honing, de ‘niet-peroxidische werking’ (Non Peroxide Activity of NPA in het Engels) of ‘unieke Manuka-factor’ (Unique Manuka Factor of UMF in het Engels). Die twee termen, UMF/NPA, worden omgezet in het gelijkwaardige IAA®-cijfer.
In 2008 ontdekten onderzoekers dat het methylglyoxaal (MGO) is, een stof die in grote hoeveelheden aanwezig is in Manuka-honing, die voor een groot deel verantwoordelijk is voor die niet-peroxidische werking. Er werden vervolgens methodes uitgewerkt om het MGO-gehalte in Manuka-honing te meten en het verkregen resultaat te correleren met de IAA-rating.
Zo bevat een Manuka-honing met een IAA®5+ minstens 83 mg/kg methylglyoxaal. Hoe hoger het IAA®-cijfer, hoe hoger het methylglyoxaalgehalte en hoe doeltreffender en werkzamer de honing is. Het Humer-assortiment bevat honing met IAA®-cijfers van 5+ tot 18+. Het methylglyoxaalgehalte in actieve Manuka-honing is afhankelijk van het ecosysteem van de manukaplanten die de bijen bezochten: de locatie van de oogst, de bodemsoort, de manukavariëteit enz… Bovendien blijft de dihydroxyaceton (DHA) zich in de loop van de tijd, tijdens de bewaring van de honing, omzetten in MGO. Voor het de Manuka-honing verpakt, meet Humer dus ook het DHA-gehalte om een idee te krijgen van het MGO-conversiepotentieel: het +-teken in het IAA®-cijfer geeft dus aan dat de werkzaamheid waarschijnlijk in de loop van de tijd zal stijgen. 1 2